Taxshelter: wat is de stand van zaken?

De taxshelter is sinds februari 2017 in voege en wordt al door een aanzienlijk aantal (al dan niet gesubsidieerde) organisaties aangewend.

De ervaringen van de afgelopen maanden werden binnen oKo uitvoerig besproken in de focusgroep Taxshelter. Deze nota vormt hiervan de neerslag.
Taxshelter wordt door de organisaties die het implementeren gezien als een interessant maar bij te sturen instrument voor aanvullende financiering. Nog niet alle producenten zijn actief, maar velen bereiden zich voor. Voor een allesomvattende evaluatie is het te vroeg. Maar een aantal werkpunten en uitdagingen zijn nu al zonneklaar. Die lijsten we op in bijgevoegde nota. 

Met het oog op het succesvol verderzetten en uitbouwen van de taxshelter-regeling zijn er op verschillende vlakken verduidelijkingen, aanpassingen of bijkomende maatregelen nodig. Aangezien de taxshelter-regeling een samenspel van verschillende overheden is, is het vanzelfsprekend ook niet uitsluitend de Vlaamse Regering die bepaalde acties kan ondernemen. Het gros van de aanpassingen en verduidelijkingen kan immers van de federale overheid (en meestal dan de FOD Financiën) verwacht worden.

Ons standpunt samengevat

  1. Er is nood aan meer rechtszekerheid. Het is absoluut noodzakelijk om taxshelter op een professionele, risicovrije en aan de sectorrealiteit aangepaste manier te kunnen toepassen en alle betrokken partijen (investeerders, tussenpersonen, coproducenten en de productievennootschap zelf) voldoende vertrouwen te kunnen bieden om in het verhaal te stappen.
    Interpretaties van de wet door de verschillende instanties verschillen in belangrijke mate (kosten na de première, kwalificerende kosten, de vzw als coproducent, de beoordeling van de fiscale situatie 'uiteindelijke begunstigde', de definitie van 'nieuw' podiumwerk). De logica van de FOD Financiën is niet altijd conform die van de wetgever, de logica is niet altijd helder, wordt divers toegepast of de logica botst met de podiumkunstenpraktijk.
  2. We zien lacunes in het huidig wetgevend kader. Hiervoor stellen we een aantal wetswijzigingen voor waarvan we denken dat die de toepassing van de taxshelter beter zullen afstemmen op de noden van de sector. Zo pleiten we voor een aanpassing aan art. 194 ter inzake de onderwerping aan de vennootschapsbelasting, zien we het als nuttig dat het toepassingsgebied (jazz, pop, wereldmuziek, beeldende kunsten) uitgebreid wordt en dat de periode voor kwalificerende uitgaven van 6 maand voor de raamovereenkomst getekend wordt, terug opgenomen wordt.
  3. Er zijn verduidelijkingen, aanpassingen en flankerende maatregelen nodig vanuit andere wetgevende teksten (zoals Kunstendecreet, nieuwe Wetboek Vennootschappen enz.). Zo zijn volgende vragen inzake de compatibiliteit met het kunstendecreet van belang: of gesubsidieerde uitgaves getaxshelterd kunnen worden, of werkingssubsidies aan volgende werkjaren toegewezen kunnen worden, hoe CJM omgaat met de definitie van 'klassieke muziek' en 'nieuwe podiumproductie', of kosten in coproductiestructuren ingebracht kunnen worden in verantwoordingsdossiers. Qua flankerende maatregelen kan gedacht worden aan opstartfinancieringen of opleidingsbudgetten voor kleine producenten en aan monitoring van de sector (impact van de Vennootschapsbelasting, synergie in de sector, compatibiliteit met het kunstendecreet). Het zou voordelig zijn dat vzw's toch gebruik kunnen maken van het statuut van de kleine vennootschap (voorafbetalingen en vermijden van belastingvermeerdering en de verhoogde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing).
  4. Het taxshelterregime blijft onderhevig aan wijzigingen binnen de fiscale wetgeving. De invloed van het Zomerakkoord (zomer 2017) en de aanpassing van de fiscaliteit voor vennootschappen moet grondig in kaart gebracht worden en de nodige aanpassingen moeten snel doorgevoerd worden in art 194ter en art 194ter /1 om geen vacuüm of al te lange overgangsfase te creëren. Zo gaat de aanpassing van het gehanteerde taxshelterpercentage (421% in plaats van 310%) pas in vanaf aanslagjaar 2021, terwijl de hervorming m.b.t. de vennootschapsbelasting nu al impact heeft op het beschikbare taxshelterbedrag. Er is de problematiek van 'het bedrijfsleidersstatuut', dat niet bestaat in de vzw-context, maar dat wel leidt tot verhoging van de vennootschapsbelasting.

Tot slot

Vervroegde controles door de FOD Financien zullen de rechtszekerheid verhogen en organisaties in staat stellen om beter aan risicomanagement te kunnen doen.
Doorgedreven monitoring van de impact op de gesubsidieerde sector als geheel en specifieke ondersteuning voor de gesubsidieerde sector in functie van een volwaardige en constructieve implementatie van de taxshelter in de sector is en blijft dus noodzakelijk.
De uitbreiding van de taxshelter naar jazz, wereldmuziek, popmuziek en beeldende kunsten is zeer gewenst.

Lees het volledige standpunt.


© Beeld: Jesse Willems

downloads

oKo-standpunt - Stand van zaken taxshelter.pdf
111.21 KB

Zie ook: