Het Kortrijkse kunstencentrum BUDA bouwt een drieledige werking uit: het is tegelijk een belangrijke werkplaats voor hedendaagse podiumkunsten, een presentatieplatform/festivalorganisator voor theater, dans en performance én een filmhuis met een dagelijks arthouse programma in drie cinemazalen. BUDA wil tegelijk lokaal én internationaal betekenisvol zijn en wil inwoners van Kortrijk en regio maximaal deelgenoot maken van de artistieke creatie. Algemeen directeur Kristof Jonckheere hoopt dat de visienota voldoende aandacht heeft voor ontwikkeling en participatie.
Kristof Jonckheere: “We zijn al een tijdje bezig met het uitbouwen van een sterkere participatieve werking. Dat past bij onze lokale verankering en het moet zorgen voor de nodige potgrond om jonge én minder jonge podiumkunstenaars uit binnen- en buitenland te laten experimenteren met verschillende ‘formats’. In de volgende ronde willen we daar nóg sterker op inzetten. Vorig jaar zijn we toegetreden tot het Europees netwerk SpectACTive, dat 19 Europese organisaties en onderzoekscentra samenbrengt rond participatieve praktijken. Dat geeft BUDA een goed kader om diverse experimenten rond participatie een plek te geven: initiatieven rond co-programmering door geëngageerde toeschouwers, producties met Kortrijkse tieners, projecten om met buitenlandse partners en een specifieke doelgroep een gezamenlijk kunstwerk ‘te bestellen’..."
Lokaal verankerd...
"Tegelijk hebben we ons recent met een aantal Kortrijkse organisaties van binnen en buiten de kunstensector verenigd in Broelkaai 6 (BK6). Letterlijk, want op die locatie houden we sinds een paar maanden kantoor. Samen met o.a. de Kortrijkse schouwburg, DesignRegio Kortrijk, Streekfonds West-Vlaanderen maar ook Vormingplus, Hogeschool Vives, Stad Kortrijk en iedereen die dat wil, zetten we een traject op om van BK6 dé plek te maken voor projecten met een positieve impact op de stad. Een aantal van die projecten zitten helemaal binnen onze eigen werking, maar BK6 moet vooral dienen als open platform waar ideeën versterkt worden door het netwerk van organisaties die erachter staan, én/of vorm krijgen via bottom-up vragen van actieve burgers. Die zaken willen we meenemen in ons volgende beleidsplan. We hopen dan ook dat er in de visienota van de minister van Cultuur voldoende aandacht zal zijn voor participatie en ontwikkeling. Dat lijkt ons echt essentieel voor de toekomst van het Vlaamse kunstenveld."
... én internationaal
“Bij de vorige subsidieaanvraag voor de huidige beleidsperiode (2017-2021) hebben we trouwens niet op de visienota gewacht om ons dossier te schrijven. Maar toen was er ook minder onduidelijkheid. BUDA is een organisatie die inspeelt op de noden van de kunstenaar en zijn project. We leveren op vlak van residenties, coproductie en presentatie zoveel mogelijk maatwerk. Niet BUDA staat centraal, maar het verlangen van de kunstenaar om te creëren: als die een paar maanden in en met een school wil werken, regelen we dat. Maar twee weken afmonteren met een volledig technische back-up en daarna een première kan ook. Dat soort van wendbaarheid is alleen mogelijk dankzij de structurele steun die we krijgen van de subsidiërende overheden, én in combinatie met de projectsubsidies of beurzen die de kunstenaars zelf aanvragen.
De internationalisering van de kunsten (van Vlaanderen naar het buitenland) zit vooral in de behoorlijke indrukwekkende (maar amper zichtbare) tournees die veel individuele makers of kleine gezelschappen als Lisbeth Gruwez of Miet Warlop maken, vaak gefaciliteerd door de kleine of middelgrote kunstencentra. BUDA is door een aantal Europese projecten internationaal behoorlijk goed vernetwerkt, en die netwerken kunnen we ter beschikking stellen van kunstenaars die in Vlaanderen of Brussel wonen - op dit moment ben ik in Berlijn om met Europese collega’s te kijken hoe we de komende jaren een aantal kunstenaars verder kunnen ondersteunen: buitenlandse kunstenaars met residenties in Vlaanderen en Vlaamse kunstenaars met coproducties en presentaties in het buitenland."
Projectsubsidies
We weten dat de Vlaamse gemeenschap die internationalisering belangrijk vindt, maar zien nog niet meteen hoe ze de rol van kunstencentra als BUDA daarin ziet of hoe ze kijkt naar het vaak erg fijnmazige ecosysteem in de sector dat die internationalisering überhaupt mogelijk maakt. Zo weten we nog altijd niet hoe het verder gaat met de projectsubsidies, nochtans een belangrijke voorwaarde voor onze werking. Niét enkel voor jonge, beginnende kunstenaars, maar óók voor artiesten als Gruwez of Warlop die ondertussen toch al méér dan 10 jaar bezig zijn. Zij hebben namelijk structurele subsidies om een kleine organisatie overeind te houden maar hebben voor de creatie van nieuw werk nog altijd bijkomende (project)subsidies nodig. Met de lineaire besparingen op organisaties en de redelijk radicale cuts op projectsubsidies, is nu al voelbaar dat er steeds meer druk komt van makers op kunstencentra als BUDA, terwijl we tegelijk ruim 60.000 euro moeten krimpen. We merken in de aanvragen voor residenties bij BUDA dat steeds meer kunstenaars er al van uitgaan dat hun project bij een eerste aanvraag niét gehonoreerd wordt, waardoor ze onmiddellijk al een tweede residentie- en creatieperiode aanvragen. Daardoor begint onze residentiekalender (die nochtans zo’n 70 residenties per jaar aan kan!) steeds vroeger vol te lopen. Maar tegelijk proberen we studio’s vrij te houden voor last-minute aanvragen. Dat is geen makkelijke oefening, en kan enkel door de uitgebreide infrastructuur met 5 repetitiestudio’s, 2 theaterzalen en 3 filmzalen, die we via Stad Kortrijk kunnen inzetten.”
Knippen in artistiek aanbod
“Door de laat aangekondigde besparingen moet BUDA in 2020 voor het eerst in het rood gaan, én schrappen in de artistieke werking. Het festival End Of Winter in februari 2021 wordt geschrapt. We kijken nog of en hoe we voor de betrokken kunstenaars een alternatieve presentatiemogelijkheid kunnen bieden. Tegelijk zoeken we constant bijkomende middelen: we verhogen de ticketprijzen, we proberen de schermpubliciteit binnen onze cinemawerking verder uit te bouwen én we hebben n.a.v. onze Europa Cinemas Innovation Prize 2019 een Film Fonds opgericht, waarbij we via sponsoring, mecenaat van serviceclubs en individuele giften van filmliefhebbers onze sociale acties financieren: grote ticketreducies via UitPAS, filmkampjes voor kinderen in armoede, trajecten met jongeren uit instellingen, filmworkshops in kwetsbare buurten, … Dat begint aardig te lukken, maar het is géén alternatief voor subsidies.”
Goed bestuur
"Wat ook voor enige onzekerheid zorgt, is het feit dat de indien- en beslissingsdata veranderd zijn bij de wijzigingen aan het Kunstendecreet in 2018. Vroeger diende je in op 1 oktober en besliste de minister op 1 juli van het daaropvolgende jaar – 6 maanden voor aanvang van de nieuwe subsidieperiode. Nu dienen we in op 1 december en beslist de minister op 1 oktober. Maar de subsidieperiode blijft wel starten op 1 januari. De achterliggende bedoeling van het vorige kabinet Cultuur was nobel: de minister wilde de administratieve beslissingen over de verschillende beleidsdomeinen op hetzelfde moment nemen, zodat hij in de aanloop van de begrotingsbesprekingen in oktober méér speelruimte zou hebben om bijkomende middelen te zoeken voor kunst en cultuur. Maar we weten niet of het huidige kabinet die denkwijze volgt. Terwijl die nieuwe timing voor veel organisaties grote consequenties kan hebben. Ze hebben vaak niet het nodige sociale passief kunnen opbouwen om op korte termijn mensen te ontslaan. Na de diverse ‘kaasschaaf-besparingen’ is bij de meeste organisaties het vet écht van de soep. We kijken dus uit naar de visienota van de minister om meer richting te krijgen en onze plannen verder vorm te geven.”
Beeld: BUDA - Bscoop (c) Jonas Verbeke