Brussels Jazz Orchestra (BJO) brengt jazz met een dynamische, orkestrale sound, geworteld in de jazztraditie en met oog voor de compositie van originele muziek en unieke arrangement. Koen Maes, zakelijk leider, werkt samen met zijn team aan de voorbereiding van de volgende ronde.
Koen Maes: “Bij BJO beginnen we de voorbereiding van een nieuw dossier zo’n anderhalf jaar op voorhand. Eerst toetsen we de plannen af in onze raad van bestuur en het artistieke team. Dat gebeurt eerst intern, in onze orkestraad. Dat is een onofficieel orgaan waarin muzikanten uit het orkest vertegenwoordigd zijn vanaf ongeveer de helft van een subsidieperiode tot de in de helft van de volgende. Ze wisselen er ideeën en artistieke input uit. De input voor de volgende ronde verwerken we rond deze periode: februari en maart. Dat gieten we dan in een gebalanceerd plan voor de volgende vijf jaar. Zo formaliseren we de plannen. We hebben ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om strategisch kader te updaten. Onze huidige kader was bijna 10 jaar oud en ondertussen zijn het orkest en de samenleving sterk geëvolueerd. Tegelijk zijn we ook volop contacten aan het leggen met onze partners.”
Inzetten op participatie
“Inhoudelijk willen we ons de volgende ronde toch een beetje anders positioneren. Zo zijn we ons bewuster geworden van onze educatieve verantwoordelijkheid en willen we onze organisatie op dat vlak sterker uitbouwen. De kiemen daarvoor hebben we de afgelopen subsidiesperiode al gelegd, maar er bestond toen te veel onduidelijkheid over de functie participatie om er voluit op in te zetten. Ook vandaag bestaat die onduidelijkheid over participatie trouwens nog, ondanks heel wat initiatieven om de functie op te helderen. We hopen dat we daar snel meer over weten. Want natuurlijk moet je ook rekening met de verwachtingen van de Vlaamse Gemeenschap. De beleidsmatige visie dus, die gepresenteerd wordt in de visienota. Daarop is het nog wachten tot 1 april.”
Professionele werking
“Ook de administratieve vereisten spelen een rol. Denk maar aan KIOSK. We hopen dat het format dit jaar wat sneller bekend zal zijn dan voor de vorige ronde, toen het maar aan het einde van de zomer beschikbaar was. Op BJO, een kleine structuur met een heel drukke concertagenda en een raad van bestuur met geëngageerde maar uiteraard onbezoldigde bestuurders, legt dat echt een gigantische druk.
Nog een administratieve realiteit is de veranderde indiendatum en beslissingsdatum. Waar de minister vroeger op 1 juli besliste, doet hij dat nu pas op 1 oktober. Dat is een groot probleem: alle engagementen zijn dan al gemaakt. Het verbaast me wel dat zo’n regel erdoor komt. De overheid verwacht van ons een professionele werking, en terecht. Maar dat ze dan onrealistische termijnen oplegt die niet overeenstemmen met de praktijk in het veld, is toch wat vreemd. In het bedrijfsleven zou niemand zo’n risico willen nemen.”
Besparingen = geen reis naar VS
“Ondertussen werken we in een besparingsrealiteit. We moeten in 2020 6% besparen, wat voor ons neerkomt op zo’n 20.000 euro. Daardoor hebben we een geplande internationale reis naar de Verenigde Staten moeten schrappen. Bovendien is onze najaarskalender bewust getemperd. Aangezien de meeste uitkoopsommen die ons betaald worden niet kostendekkend zijn, gebruiken we subsidiegelden om het gat dicht te rijden. Met 20.000 euro minder gaat het dus ook om een aantal concerten minder.
Meer eigen inkomsten is voor grote organisaties en organisaties met een receptieve werking misschien nog een optie, maar een relatief klein, producerend gezelschap als BJO heeft daar geen ruimte voor. Als je relevante sponsorgelden wil binnenhalen zit je al gauw aan een voltijdse functie. De argumentatie over sponsoring of partnerschappen loopt wat mij betreft ook wat mank. Kijk naar de Angelsaksische wereld: daar draait de kunstensector voor een groot stuk op dat soort gelden. Maar de bedrijven krijgen er dan (net zoals voor taxshelter in België) ook fiscale voordelen voor. Dat is dus net zo goed subsidiëring door de overheid en komt eigenlijk, los van de zekerheid die structurele subsidies bieden, op hetzelfde neer; men hanteert enkel een ander ideologisch startpunt.”
Beeld: Brussels Jazz Orchestra - BJO 25 - Footprint - Jazz Middelheim © Bruno Bollaert