Zware besparingen voor de kunstensector

Op 23 september 2014 informeerde Cultuurminister Sven Gatz het oKo-secretariaat persoonlijk over de begrotingsbeslissingen van de Vlaamse regering. Geen goed nieuws, de kunstensector krijgt de komende jaren te maken met een flinke besparingen. Net als veel andere maatschappelijk sectoren is het niet slechts een kaasschaaf waar de sector mee te maken krijgt. De minister benadrukte dat de besparingsoperatie ertoe moet leiden dat de samenleving op een punt komt waarbij opnieuw plaats is voor opbouw. De levensvatbaarheid van het huidige kunstenlandschap blijft gegarandeerd en na een periode van twee jaar, 2015 en 2016, is er hopelijk weer ruimte voor groei. Dit zal dan samen gaan met de start van het nieuwe Kunstendecreet.

De cijfers

Om tot een gemiddelde besparing van 5% te realiseren binnen de beleidsdomeinen Cultuur en Jeugd, worden de volgende subsidiekortingen ingevoerd:

  • - 2,5% op de instellen van de Vlaamse Gemeenschap
  • - 7,5% op de structuren (4-jarig en 2-jarig)
  • - 7,5% op de projectenpot binnen het Kunstendecreet
  • - 4% op de musea en de erfgoedsector
  • De budgetten van het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) blijven gevrijwaard. Wellicht geldt dit ook voor het aanvullend pensioen voor kunstenaars en de gelden voor VIA-4.

Als basis van de vermindering wordt het subsidiebedrag van 2015 genomen. In oktober 2014 zal de administratie aan alle organisaties laten weten wat het precieze bedrag is dat bespaard wordt.


oKo reageert

De oKo-delegatie die aanwezig was op dit gesprek, gaf direct de nefaste consequenties mee voor deze beslissing:

  • Op dit ogenblik zijn al heel wat organisaties ondergesubsidieerd. Een bijkomende korting brengt hun voortbestaan in gevaar.
  • Heel wat organisaties hebben hun werking voor de toekomst al contractueel vastgelegd en daarmee ook hun uitgavenpatroon voor 2015 en vaak ook 2016. De besparingsmaatregel invoeren in de loop van een decreetperiode leidt er toe dat deze organisaties noodgedwongen deficitair 2015 en wellicht de decreetperiode zo afsluiten.
  • Het projectenbudget was al leeggeroofd, de artistieke instroom komt nu nog meer onder druk te staan.
  • Er is een butterfly-effect: de kunstenorganisaties zullen ook minder (artistieke) middelen hebben om aan elkaar te geven in de vorm van uitkoopsommen en co-productiebijdrage.
  • De loonkost van de organisaties ligt hoger dan de subsidies. Het is een zekerheid dat er ingegrepen wordt op personeelsbestanden van organisaties.

Er werd begrip opgebracht voor deze argumenten maar er mag geen wijziging van de beleidsbeslissing worden verwacht. De komende dagen en weken wordt de begroting besproken in de commissies van het Vlaams Parlement.

Zie ook: