Vorige ronde projectsubsidies: het parlement discussieert

De beslissing over de voorbijeronde projectsubsidies en beurzen van 15 juli 2019 stond op de agenda van de eerste plenaire vergadering van het Vlaams parlement. Minister van Cultuur Lydia Peeters ging in op de beoordelingsprocedure.

Op 15 juli 2019 maakte toenmalig Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz de beslissing over de tweede ronde projectsubsidies en beurzen bekend. Van de 520 dossiers die kunstenaars en kunstenorganisaties indienden, kregen er slechts 90 een subsidie toegekend ondanks de positieve beoordeling van tientallen anderen. Dat komt neer op een slaagkans van 17%, minder dan ooit tevoren.

Standpunt

OKo reageerde meteen na de beslissing met een standpunt waarin we de penibele situatie aankaartten en vroegen om meer middelen - de enige manier om de situatie weer recht te trekken. Ons standpunt werd onder meer opgepikt door DeStandaard en Rekto:Verso.

Procedure evalueren

Afgelopen woensdag 25 september zette Staf Pelckmans (Groen) de kwestie ook op de agenda van de plenaire vergadering van het parlement. Zijn belangrijkste vragen:

  • Hoe kan het dat zo’n groot aantal met ‘zeer goed’ beoordeelde dossiers niet gehonoreerd werden?
  • De commissies waren nauwelijks op elkaar afgestemd en sommigen maakten geen gebruik van het in het draaiboek voorgeschreven systeem waarbij plusjes werden toegekend aan projecten die excelleren in vijf speerpunten die minister Gatz vooropstelde. Waarom is er afgeweken van de richtlijnen het draaiboek? Is er sprake van favoritisme?
  • Komt er een evaluatie van de procedure?
  • Hoe wil de minister het cumulatie-effect tegengaan waar de sector zo voor vreest?

Minister Peeters verdedigde de beslissing door aan te halen dat voor de organisaties toch 42 van de 64 met ‘zeer goed’ beoordeelde projecten zijn gehonoreerd. Een echt antwoord op de vraag waarom de anderen uit de boot vielen, kwam er dus niet. Ze bestrijdt verder dat er sprake zou zijn van favoritisme en benadrukt dat het draaiboek als richtlijn te begrijpen is, niet als bindend document. Een evaluatie van de procedure ziet ze als een taak voor haar opvolger. 

Budget is te laag

Katia Segers (sp.a), Stefanie D’Hose (Open VLD), Marius Meremans (N-VA) en Karin Brouwers (CD&V) wezen in hun tussenkomsten allemaal op de budgettaire moeilijkheden. Het beschikbare budget volstaat niet om iedereen die goed of zeer goed wordt beoordeeld te honoreren. Zowel Katia Segers als Staf Pelckmans pleitten voor een verhoging van de middelen om een mogelijk cumulatie-effect in de toekomst tegen te gaan.

Te veel aanvragen? 

Karin Brouwers haalde ten slotte nog aan dat er veel meer aanvragen zijn dan in het verleden, wat de procentuele afname van het aantal gehonoreerde dossiers zou verklaren. Die stelling heeft oKo intussen afgewogen aan de cijfers. Daaruit blijkt dat er een toename is, maar die is lang niet zo groot als Karin Brouwers suggereert. In 2014 waren er 994 aanvragen, in 2018 waren het er 1002, verspreid over 3 rondes. In 2019 waren er 1180 aanvragen, verspreid over 2+1 rondes). Dat is iets meer dan 17% aanvragen dan in 2018. Maar in 2018 was het beschikbare budget wél 35% hoger dan in 2019 (11 miljoen  in 2018 ipv 8,2 miljoen in 2019), en werden er 38% van de aanvragen goedgekeurd. 

OKo blijft pleiten voor meer budget voor 2020. Alleen zo kunnen we vermijden dat de resultaten indienronde van afgelopen 15 september niet dezelfde vernietigende effecten hebben als de vorige ronde. In het algemeen pleiten we ervoor om een equivalent van minstens 15% van het kunstenbudget te voorzien voor projecten en beurzen.

Herbekijk of herlees de volledige parlementaire discussie hier.

De cijfers over het aantal aanvragen komen uit het Cijferboek van Kunstenpunt.

Zie ook: