Op 25 maart sloten de sociale partners een cao Taakloon af. Na een periode van onduidelijkheid over de toepassing van taakloon in paritair comité 304 zijn er nu dus heldere afspraken. Bovendien vragen oKo en de vakbonden aan de minister van Werk om op lange termijn een helder kader uit te werken op maat van cultuurwerkers.
Aanleiding voor de nieuwe cao was een strengere interpretatie van de taakloonregelgeving door de RVA. Die weigerde in het najaar van 2017 om taakloon toe te laten in sectoren met cao’s met arbeidsduurreglementeringen (zoals PC 304, PC 329, PC 303 en PC 227). Daardoor kwam een groot aantal artiesten met hun werkloosheidsdossier in de problemen. Na overleg met minister van Werk Kris Peeters is samen met de sociale partners overeengekomen een kader uit te werken voor taakloon. In de tussentijd liet de RVA het gebruik van taakloon in onze sectoren toe.
Vier criteria
Nu is er dus een cao – en daarmee een helder kader waarmee taakloon in de kunstensector toelaatbaar is. Dat kader wordt bepaald door vier criteria:
- Er moet sprake zijn van een overeenkomst: ofwel een arbeidsovereenkomst, ofwel een overeenkomst onder artikel 1bis.
- Die overeenkomst bepaalt expliciet dat de vergoedingswijze taakloon is.
- Het moet gaan om een artistieke prestatie.
- De opdracht of taak moet duidelijk omschreven zijn in de overeenkomst.
Raadpleeg hier de nieuwe cao.
Timing
De cao treedt in werking op 1 september 2019 voor PC 304. Tegen dan moeten de nieuwe principes geïmplementeerd worden in de lopende arbeidsovereenkomsten met taakloon. In de tussentijd legt de voorzitter van PC 304 de tekst van de cao voor aan de drie andere paritaire comités (PC 227, PC 329 en PC 303) met de vraag om een gelijkaardige cao af te sluiten. Op die manier zal elke kunstenaar met een taakloon vergoed kunnen worden, tenminste als bovenstaande voorwaarden vervuld zijn.
Richtlijnen voor de lange termijn
Dankzij de nieuwe cao is een deel van de onduidelijkheid in de regelgeving weggewerkt. Dat is goed nieuws voor heel wat werknemers met tijdelijke contracten die er de dupe van dreigden te worden. Toch zijn daarmee nog niet alle problemen van de baan. Zo willen de sociale partners op zoek gaan naar betere regelingen voor andere functies in de sector die doorgaans met tijdelijke contracten werken, zoals de technici. Daarom stelden de sociale partners vier noden vast die op lange termijn opgelost moeten worden:
- Een grondig onderzoek over het atypische werken met tussenpozen in de kunstensector, met aandacht voor specifieke aspecten zoals de hoge internationale mobiliteit.
- Een langetermijnoplossing voor ondersteunende functies zoals technici.
- Een aanpassing van de cumulregeling door hem los te koppelen van de vergoedingswijze.
- Minimumvergoedingen voor de tewerkstellingen onder artikel 1bis.
De sociale partners maakten deze langetermijnrichtlijnen over aan minister Peeters. Daarnaast engageren ze zich om de RVA te ondersteunen bij een correcte toepassing van de nieuwe cao.
Beeld: Action Zoo Humain - Artiesten zonder grenzen © Kurt Van der Elst