De 10 speerpunten van oKo voor 2023 - 2027

Op de algemene vergadering van maart 2022 gaven de oKo-leden aan welke thema's ze belangrijk vonden voor de volgende bestuursperiode. Het bestuur, in overleg met het oKo-secretariaat, zette deze input om tot 10 speerpunten.

De speerpunten geven een duidelijk zicht op het ideaalbeeld en de ambities van dit bestuur voor sector en beleid. Ze geven richting aan de acties die we als organisatie zullen ondernemen de komende vijf jaar.


Slagkrachtig zakelijk beleid

De slagkracht van de leden is op het vlak van zakelijk beleid in 2027 aanzienlijk verhoogd, door planlastverlaging en door een hoger en beter bereik van de oKo-managementondersteuning (multiplicatoreffect verhogen, beter ontsluiten kennis, …). De zorg voor onze culturele infrastructuur is eenvoudiger, want er is meer budget, er zijn beleidsinstrumenten die beter aansluiten bij de noden van de sector en de know how in de sector wordt goed gedeeld. 

In 2027 hebben de leden, ongeacht hun functie of discipline, makkelijker toegang tot en meer know how over o.a. diverse vormen van aanvullende financiering. De fiscale stimuli daarvoor zijn ondertussen beter aangepast aan de noden van de sector en de diversiteit in instrumentarium is toegenomen. Zo is er bijvoorbeeld een uitbreiding van de taxshelter. Aansluitend bij deze instrumenten is er een ethisch kader en een handleiding in functie van besluitvorming en een goede uitvoering ontwikkeld.

Tegelijk is het zakelijk leiderschap versterkt door een mentorship-traject, dat voorzien is in VIA 3, en hebben de principes van Juist is Juist en de toolboxen tegen grensoverschrijdend gedrag, non-discriminatie,… nog beter ingang gevonden in de dagelijkse praktijken van de leden.


Een aantrekkelijke sector met een beter arbeidsklimaat

OKo heeft in 2027 bijgedragen aan een beter arbeidsklimaat voor iedereen in de sector, met bijzondere aandacht voor retentie, wie start en landt in de sector, voor meer diversiteit, de knelpuntberoepen en voor een versterkte positie van de kunstenaar (PC 304 en 329).

Bijvoorbeeld door verdere uitrol Juist is Juist, inkorting barema's (eerste jaren op hoger niveau in schaal), optrekken dagvergoedingen, betaalde stages, onderzoek uitbreiding lijst met knelpuntberoepen, het vergoeden van voorbereidend en afwikkel- werk in het bijzonder voor de kunstenaars en het zoeken naar de noodzakelijke financiering hiervoor, bv. door VIA 4.

Het werken in onze sector is in 2027 aantrekkelijker geworden omdat we, op basis van de werkbelevingsstudie 2022, en in samenwerking met SFP, grondig werk hebben gemaakt van ‘werkbaar werk voor iedereen’, met o.m. een specifiek ondersteuningsaanbod voor werkgevers  (retentie, welzijnsbeleid, inspraak, duurzame tewerkstelling…).


Samen zorgen voor meer draagvlak

In 2027 is het politieke draagvlak bij beleidsmakers en in de politieke partijen voor een solide kunstenbeleid en een volwaardige financiering van de kunsten door ons belangenbehartigend werk aanzienlijk toegenomen. 

Een goede afstemming tussen het lokaal kunstenbeleid, bovenregionale cultuurstimulansen en het landelijke kunstendecreet en/of de financiering via de fondsen, is daarbij van groot belang. De samenwerking met de lokale kunstoverleggen is daarom zeer belangrijk. 

Naar aanleiding van de verkiezingen (2024) bouwen we aan een uitnodigend gemeenschappelijk discours over het maatschappelijk belang van de sector en zorgen we voor meer externe zichtbaarheid voor onze standpunten en beleidsvoorstellen. Het doel is om belangrijke speerpunten in het volgend regeerakkoord te krijgen. 

Daarnaast werkt oKo onophoudelijk aan alternatieve beleidsvoorstellen voor draagvlakversterking voor de kunsten. In het beste geval zijn deze ontstaan door het zoeken van reconnectie en co-creatie met de sectoren die traditiegewijs voor draagvlak zorgen: onderwijs, media en het lokale cultuurbeleid. Dat is enkel realiseerbaar door samenwerking met de bovenbouw. Om dit werk te ondersteunen brengen we op korte termijn helder in kaart wat er in de afgelopen jaren verloren is gegaan (onderwijs, spreiding, ….). 

In 2027 is het vraagstuk over wat kunstenorganisaties zelf kunnen doen om maatschappelijk draagvlak voor de kunsten te versterken, in het oKo-netwerk op regelmatige wijze aan bod geweest (in de werkgroepen of op AV’s).


Inzetten op cross-sectoraal werken

Tegen 2027 heeft oKo de kracht en het belang van cross-sectoraal werken, dankzij de samenwerking met Kunstenpunt,  in een overtuigend discours vertaald, in samenwerking met en op basis van overtuigende praktijken bij haar leden. 

Op basis van dat discours zijn de huidige beleidsinstrumenten aangepast en zijn er nieuwe beleidsinstrumenten binnen en buiten het kunst- en cultuurbeleid (subsidies en fiscale stimuli) voorgesteld waardoor cross-sectorale praktijken in onze sector nog beter gefaciliteerd zijn. 

In 2027 is het vraagstuk over ‘hoe cross-sectorale praktijken verder ontwikkeld kunnen worden’ op regelmatige wijze aan bod geweest in het oKo-netwerk (in de werkgroepen of op AV’s).” 


 De sector is divers of ze is niet

Tegen 2027 is de diversiteit bij de leden - en als gevolg daarvan in het volgende bestuur van oKo -   aanzienlijk toegenomen, op alle niveau’s en voor alle aspecten van de werking van kunstenorganisaties: zowel in bestuur als personeel, het publiek als in de werking (programmatie, creatie, productie, participatie,…). 

Dit zal gerealiseerd worden in nauwe samenwerking met het Sociaal Fonds Podiumkunsten en het Kunstenpunt, o.a. door het beter ontsluiten van good practices en de resultaten van scan & do (ontsluiting van VIA 2), door instrumenten te herinstalleren voor aanwervingsbeleid (Jobkanaal), door het pleiten voor meer diversiteit in de sectorgerelateerde beroepsopleidingen, door informatiedoorstroming statuten (o.a. IBO, BIO, ..) en externe begeleiding en door een opleiding voor leidinggevenden rond ‘diversiteit: aanwervings- en retentiebeleid’ en ‘diversiteit en HRM.’ 

In 2027 is het vraagstuk over “hoe diversiteit verder ontwikkeld kan worden in de organisaties”  op regelmatige wijze aan bod geweest in het oKo-netwerk (in de werkgroepen of op AV’s). 


Participatie is de desem 

“In 2027 zijn kleine en grote participatieve (deel)-werkingen uit de diverse disciplines via het oKo-netwerk inhoudelijk en methodisch versterkt en beter met elkaar vernetwerkt. 

De zichtbaarheid van de participatieve praktijken, zowel het sociaal-artistieke werk als educatie, is toegenomen. Participatie wordt als vanzelfsprekend gezien, als een onmiskenbaar aspect van zowel elke kunstenorganisatie als van de kunstensector in het algemeen.  

Samen met CC’s en andere partners is werk gemaakt van beleidsinstrumenten rond spreiding en publiekswerking. We hebben in het bijzonder oog voor de participatie van kinderen en jongeren. 

oKo zal werken aan een discours dat het belang van participatie aantoont en aan de optimalisatie van de beleidsinstrumenten die dit traject moeten faciliteren. Voor de kennisdeling en de zichtbaarheid zal oko beroep doen op Kunstenpunt.   

In 2027 is het vraagstuk rond de vernetwerking, de versterking, de evidentie en de zichtbaarheid van participatie op regelmatige wijze aan bod geweest in het oKo-netwerk (in de werkgroepen of op AV’s). 


Visionaire financiering van de kunsten

In 2027 is er een sterk verbeterd Kunstendecreet en een verbeterd reglement publiekswerking VAF. Er is een budget dat correcte en volwaardige financiering toelaat. De nodige herzieningen m.b.t. beoordelingsprocedure, de rol van het departement/het fonds, etc. zijn op basis van een grondige evaluatie getroffen. 

In 2024 levert oKo de inhoudelijke bouwstenen voor een volledig nieuw en visionair kunstendecreet / reglement publiekswerking VAF. Onderweg zorgt oKo voor een geïnformeerd standpunt over eventuele verfondsing, de optimalisatie van de werking van het VAF en een betere afstemming van het bovenlokaal cultuurdecreet op het kunstendecreet én op het reglement publiekswerking van het VAF. 


Zorg voor kunstenorganisaties in Brussel

In 2027 bieden de beleidskaders de garantie op een gelijkwaardige ondersteuning voor kunstenorganisaties in Brussel in vergelijking met hun collega’s in Vlaanderen. Tegelijk is hun positie binnen het kunstendecreet gevrijwaard, zijn de beleidskaders ook aangepast op de specifieke situatie en praktijken van kunstenorganisaties in Brussel en is de samenhang tussen de kunstenorganisaties in Brussel en Vlaanderen nog versterkt, dit al dan niet tegen de achtergrond van een eventuele staatshervorming. 

Het doel is dat de organisaties in Brussel volwaardige ondersteuning vinden dankzij en niet ondanks hun specifieke aspecten zoals meertaligheid,.... oKo zal daartoe de Brusselse leden ondervragen en beleidsvoorstellen opmaken i.s.m. het BKO. 


Inzetten op duurzame ontwikkeling internationalisering

In 2027 zijn de kunstenorganisaties beter ondersteund door betere beleidsinstrumenten op Vlaams, federaal en Europees niveau (financieel en qua praktijkontwikkeling) en beschikken ze over meer solide en beter passende regelgevende kaders, zodat spreiding in het buitenland en duurzame internationale praktijken beter ondersteund kunnen worden. 


Ecologisch werken

In 2027 is de “ecologische voetafdruk” van kunstenorganisaties gevoelig gedaald. De organisaties zijn zich bewuster van de milieu-impact van hun productie- en consumptiegedrag en hebben onderzocht hoe ze die impact in onze sectorspecifieke processen (creatie, productie, presentatie en touren, educatie, sociaal-artistieke processen …) met resultaten kunnen verkleinen.  

De organisaties hebben daarover kennis en ervaringen gedeeld, samenwerkingen onder elkaar en met derden opgezet en diverse concrete trajecten uitgevoerd. Verder zijn er stappen gezet voor wat betreft de verduurzaming van culturele infrastructuur. Op zijn minst heeft elke organisatie die over culturele infrastructuur beschikt of infrastructuur in gebruik heeft, een nulmeting gedaan en een actieplan opgesteld. Als sector pleiten we voor beleidsinstrumenten (financiën en ondersteuning) die bovenstaande processen op onze werkvloeren voortduwen en ondersteunen. Verder pleiten we voor een globaal marshallplan voor de verduurzaming van culturele infrastructuur in Vlaanderen. 



Beeld: DE MAAN - (c) Diego Franssens