Politieke partijen in debat over het kunstenbeleid

In 2019 trekken we weer naar de stembus. Wat staat er in het kunstenprogramma van de Vlaamse partijen CD&V, Groen, N-VA, Open VLD en s-pa? En wie wordt er minister? Op de algemene vergadering van 4 december legden we onze volksvertegenwoordigers uit de commissie Cultuur het vuur aan de schenen. Een debat over oormerken, vuurtorens en burn-outpreventie bij schoenen Torfs.

Iedereen is het erover eens dat subsidies nodig zijn en blijven. Vandaag gaat 1,8% van de Vlaamse begroting naar cultuur. Mag het ietsje meer zijn?

Yago Bastin (Open VLD) | Dat kan, als de conjuncturele omstandigheden goed zitten. Maar aanvullende financiering kan heel wat extra wensen opvangen. Na deze legislatuur hebben we vastgesteld dat dat soort instrumenten een interessante dynamiek teweegbrengt. We zijn er zeker van dat dat ook zal gelden voor de kunstkoopregeling die nu in de steigers staat.

Bart Caron (Groen) | Wij zijn voor een geleidelijke budgetverhoging naar 2%. Het gebeurt vandaag te vaak dat ingediende projecten die goed beoordeeld worden niet gehonoreerd worden.

Marius Meremans (N-VA) | Dat ligt aan het feit dat bij de adviezen geen rekening is gehouden met het beschikbare budget. Natuurlijk schep je zo verkeerde verwachtingen. Dat moet bij de volgende structurele ronde anders. Die 2% zijn een fetisj. Natuurlijk willen we een verhoging, iedereen wil een verhoging. En aangezien de broeksriem niet meer zo strak aangespannen moet worden als bij het begin van de legislatuur, ga ik ervan uit dat er meer zuurstof zal komen voor de sector. Maar de kern van de zaak is of je een goed cultuurbeleid voert.

Naar 2% gaan voor het budget van cultuur is geen fetisj. Het is een radicale en nodige keuze. (Katia Segers, s-pa)

Karin Brouwers (CD&V) | Ik zou niet uitgaan van significante stijgingen. Het is natuurlijk gemakkelijk om iedereen naar de mond te praten. Maar het geld moet ergens vandaan komen en het is bijvoorbeeld geen optie om in welzijn of in onderwijs te snoeien – die maken al meer dan de helft van de begroting uit.

Katia Segers (s-pa) | Matteo Renzi zei dat je voor elke euro die je investeert in veiligheid ook een euro moet investeren in cultuur. Daar staan wij ook achter. Er is substantieel gesnoeid in het kunstenlandschap. Naar 2% gaan is geen fetisj, maar een radicale en nodige keuze. Omdat de markt faalt heeft deze sector subsidies nodig.

Yago Bastin | Als de markt faalt moet de overheid inderdaad ingrijpen. Maar de markt geeft ook een realiteit weer. Als je het budget procentueel laat stijgen, dan moet je ergens anders snoeien.

Bart Caron | Tenzij je totaalbudget stijgt natuurlijk.

Is de overheid een faciliterende partner of een sturende toezichthouder? Hoe ver mag de rol van de overheid gaan?

Karin Brouwers | Dat de overheid het correct gebruik van subsidies controleert, is de logica zelve. Ze komen voort uit belastingen waar iedereen hard voor gewerkt heeft. Voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen om subsidies te krijgen vinden we dus een goede zaak. Maar de regels mogen niet en cours de route wijzigen. En het kan natuurlijk nooit om artistieke voorwaarden gaan. Wel over factoren zoals duurzaamheid en diversiteit.

Bart Caron | Je zit altijd met een spanning tussen continuïteit en veranderlijkheid. Continuïteit is belangrijk, maar veranderlijkheid is broodnodig om het veld te laten bloeien. Het vijfjaarlijks model blijft voldoende dynamiek en vernieuwing creëren. Dat lijkt ons belangrijk: we willen geen vastbenoemde ambtenaren maken van onze kunstenaars. Wij zijn dus ook niet voor een te groot aantal kunstinstellingen, want daarmee zet je het veld te veel vast.

Als je louter selecteert op excellentie heb je op het einde enkel nog een Europese voetballiga over. (Bart Caron, Groen)

Marius Meremans | Wij vinden die kunstinstellingen wel bijzonder belangrijk. We pleiten bijvoorbeeld voor een extra kunstinstelling in Limburg, die er nu nog geen heeft. Maar dat kan enkel als ze voldoen aan de eisen: het moet gaan om excellentie, om investeren in vuurtorens. Wij geloven erin dat organisaties die het heel goed doen meer geld moeten krijgen. Maar misschien moeten we op het totaal dan wel minder organisaties subsidiëren.

Bart Caron | En hoe bepaal je die excellentie? Dat is een discours van selectiviteit. Een waardeoordeel is altijd gekleurd. Je moet net diversiteit stimuleren. Als je alleen selecteert op excellentie heb je op het einde enkel nog een Europese voetballiga over. Natuurlijk beloon je wie goed werkt om hun ding te doen. Maar wie het heel moeilijk heeft geef je toch ook de middelen. Je kan niet na één keer steun aan wie begint of experimenteert al een prachtige oogst hebben. 

We gaan ons niet bemoeien met het artistieke of de programmatie. Wij zijn de DDR niet. (Marius Meremans, N-VA)

Marius Meremans | Wij gaan ervan uit dat talent eerst op regionaal niveau gecapteerd wordt. Dat kan via het decreet bovenlokaal cultuurbeleid. Als het niveau van dat jong geweld goed genoeg is, kan het doorstromen naar het Vlaamse niveau. De projectsubsidies zijn er om dat nieuw talent te laten groeien en kansen te geven. Structurele subsidies zijn daarin voor N-VA het belangrijkste: zij geven rust. Wat betreft de rol van de overheid: natuurlijk moet die decretale voorwaarden opleggen. Maar we gaan ons inderdaad niet bemoeien met het artistieke of de programmatie. We zijn de DDR niet. 

Katia Segers | Van de kunstensector wordt altijd verwacht dat hij de beste leerling van de klas is. Denk maar aan de manier waarop deze sector good governance ter harte neemt. Je ziet ook een enorme gedrevenheid, maar ondertussen geeft 50% wel aan dat het te veel is. Als gevolg van de besparingen zijn kunstenorganisaties blijven geven, maar ze botsen intussen wel tegen hun limieten. Die situatie heeft een hoge tol op menselijk vlak, maar je ondermijnt er op termijn ook de kwaliteit en de diversiteit van het aanbod mee.

Karin Brouwers | Welzijnsbeleid is wel voor een stuk een federale materie. En daar bestaat al heel wat over, bijvoorbeeld in bedrijven. Denk maar aan ondernemer Wouter Torfs die jaar na jaar in de prijzen valt met de manier waarop hij zijn werkgeverschap invult. Natuurlijk komen in zijn bedrijf nog burn-outs voor, maar hij heeft wel een goed beleid, ook op preventief vlak. Je kan bijzonder veel leren van andere sectoren.

Yago Bastin | Dat klopt, die enorme drang om te creëren maakt kunstenaars kwetsbaar. Je moet daarop ageren via directe steun: beurzen en projectsubsidies. Correcte verloning zit trouwens ook in de beheersovereenkomst.

Bart Caron | Je zit in feite met een mes dat langs drie kanten snijdt: 1. je wil kunstenaars correct betalen, 2. er is onvoldoende budget, dus iedereen botst op zijn limieten en 3. de immense (en legitieme!) drive om te spelen en te maken. Die drie elementen zitten vandaag in een onevenwicht. Ik kan een kunstenaar niet ontzeggen dat hij wil creëren/spelen. Maar we kunnen het ook niet maken dat we doen alsof iedereen de kans krijgt en dan het merendeel heel slecht betalen. Het moet gedaan zijn met de hongerlijdende zolderkunstenaar als ideaalbeeld in de samenleving. Dit is meer dan een louter financiële kwestie. De overheid legt de controlelat bijzonder hoog: organisaties mogen geen fouten maken en krijgen met heel wat administratieve rompslomp te maken. Daar moeten we bij blijven stilstaan: geven we wel voldoende mentale ruimte? Je ziet die discussie trouwens ook elders terugkomen, denk maar aan de planlast bij onze leraren.

Marius Meremans | Er is ontzettend veel creatie en er wordt heel veel geproduceerd. Maar het moet wel leefbaar blijven. Zeker als je verwacht dat kunstenorganisaties goed verlonen. Een voorbeeld: er zijn vijf filmscholen die elk jaar veertig regisseurs afleveren. Het is niet evident om de vraag te stellen of dat met die aantallen kan blijven doorgaan. Maar het is wel een essentiële vraag. En nog belangrijk: mensen in dit soort opleidingen zijn vaak te weinig onderlegd op vlak van ondernemerschap. Uiteindelijk moeten ook zij een product aan de man brengen.

Het decreet bovenlokaal cultuurbeleid verhitte de afgelopen maanden de gemoederen: 84 miljoen euro die apart voorzien was voor cultuur wordt nu overgeheveld naar de gemeente. Zonder oormerk. Moeten we de middelen opnieuw toewijzen aan cultuur?

Katia Segers | Ja. Als een gemeentebestuur moet kiezen tussen geld voor cultuur of voor een nieuwe riolering trekt cultuur altijd aan het kortste eind. En dat is niet het enige probleem met dat decreet: moet je bij een fusie nog in elke deelgemeente een cultureel of gemeenschapscentrum hebben? De spreiding van cultuur komt nog meer dan vroeger in het gevaar. Burgers moeten de kans blijven krijgen om kleinere kunstenorganisaties te ontdekken dicht bij huis, naast de comedyshows en populaire producties die geprogrammeerd worden. Met alle respect voor comedy trouwens.

Het oormerk is weggevallen om de planlast te verlagen. We gaan dat niet terugdraaien. (Karin Brouwers, CD&V)

Marius Meremans | Ik begrijp die kritiek met de beste wil niet. De vorige Vlaamse regering werd verweten dat ze te veel een keizer-koster-mentaliteit had en te veel regels oplegde voor gemeenten. Dus hebben we het systeem vereenvoudigd. En nu vraagt s-pa om dat alles opnieuw apart te plannen en in te dienen. Het is het één of het ander. Er zijn veel culturele en gemeenschapscentra. En voldoende lokale infrastructuur is belangrijk. Maar mensen zijn ook heel mobiel. Je moet het een beetje op regionaal niveau bekijken: niet elk dorp moet hetzelfde type infrastructuur hebben. Dat moet eerder aanvullend werken.

Karin Brouwers | Ik sluit me daarbij aan: dat het oormerk is weggevallen is om de planlast te verlagen. Dat gaan we niet terugdraaien. Wel is er een mogelijkheid in het Kunstendecreet om een protocol te maken tussen de Vlaamse overheid en lokale overheden. Dat is een goede manier om heldere afspraken te maken. En we mogen bottom-up-initiatieven niet uit het oog verliezen. De lokale overheden moeten gebouwen ter beschikking stellen. Als we dat creatief aanpakken is er veel te winnen. Denk maar aan een app voor sleutelbeheer van gebouwen die op bepaalde tijdstippen verlaten zijn. Wij zijn bijvoorbeeld ook een voorstander van de herbestemming van religieuze gebouwen.

Bart Caron | Het is inderdaad niet zinvol om terug te gaan naar het oude systeem. Maar het is wel heel jammer dat er geen cultuurbeleidsplan verwacht wordt. Het gevaar bestaat dat het beleid op verschillende snelheden gevoerd wordt en dat het samenspel tussen kunstinstellingen, gemeenten, projecten enzovoort verloren gaat.

Tot slot: levert uw partij de volgende minister van Cultuur?

Karin Brouwers | Als het ons in de schoot wordt geworpen, zullen we dat heel graag doen. Maar CD&V zal zich toch vooral profileren op welzijn en onderwijs. We gaan het mandaat dus niet opeisen. Al zou Hilde Crevits wel een schitterende minister van cultuur zijn.

Wij willen heel graag gaan voor een Gatz 2.0. (Yago Bastin, Open VLD)

Marius Meremans | Toen er in 2014 na de toetreding tot de regering gestemd moest worden over de kandidaat-ministers gingen er veel stemmen op waarom N-VA cultuur en media niet had opgeëist. Dat leefde toen in het kader en dat zal in 2019 niet anders zijn. Dat geldt zeker over onze achterban die uit de VU-tijd stamt.

Yago Bastin | Wij willen heel graag gaan voor een Gatz 2.0.

Bart Caron | Als Groen de minister van cultuur zou krijgen betekent dat dat cultuur weer geen belangrijke post is. Tenzij we 32% van de stemmen halen. Eigenlijk doet het er niet toe welke partij de minister levert. De sleutel ligt in het regeerakkoord. Sven Gatz is in regering gekomen terwijl zijn partij het regeerakkoord niet mee heeft onderhandeld. Al heeft hij wel zijn klemtonen kunnen leggen.

Beeld: NTGent - We free kings © Phile Deprez