Het Theaterfestival opende dit jaar met de lancering van het Handvest voor de Podiumkunstenaar, een oproep aan kunstenaars om een solidariteitsverklaring te ondertekenen waarbij kunstenaars afspreken "niet langer on(der)betaald werk te aanvaarden bij publieke activiteiten die plaatsvinden in of voor organisaties met (een) medewerker(s) in vaste loondienst."
Tegelijk roepen de auteurs presentatoren op om een gelijkaardige verklaring te ondertekenen waarbij deze afspreken "zorg te dragen voor de correcte vergoeding van kunstenaars bij publieke activiteiten waarbij zij betrokken zijn als directe of als indirecte werkgever." www.handvest.org
De Raad van Bestuur van oKo analyseerde beide teksten en ondersteunt de initiatiefnemers zonder enig voorbehoud in hun eis om correct vergoed te worden. De bestuurders onderschrijven de noodzaak aan actie, wetende dat het probleem en dus ook de gewenste oplossing in de verschillende artistieke en culturele sectoren (beeldende kunsten, muziek, dans, theater, kunsteducatie, sociaal artistiek, gesubsidieerde en vrije sector, diverse types presentatieplekken, ...) kan verschillen.
Als werkgeversfederatie houdt oKo in de context van het sociaal overleg namens haar leden al meer dan 20 jaar samen met de vakbonden de pen vast bij het schrijven van cao's die het minimale wettelijk kader inzake verloning van onder andere kunstenaars regelen. Het is tegelijk altijd de bekommernis van oKo geweest om de positie van de kunstenaar zo stevig mogelijk in te bedden in allerhande financiële, juridische, fiscale en decretale kaders.
Daarnaast pleit oKo als belangenbehartiger er sinds lang voor dat ook het subsidiebeleid van de Vlaamse overheid een correcte verloning in de praktijk mogelijk moet maken: een performant kunstenbudget, indexering van subsidies, geen onderfinanciering van structuren en projecten, verhoging van het budget voor projectsubsidies, rekening houden met de loonkost bij het vastleggen van subsidiebedragen, correcte verloning van kunstenaars binnen projecten en beurzen, .... oKo stond ook aan de wieg van de uitbouw van adviesverlenende en ondersteunende instanties voor kunstenaars zoals het Kunstenloket en is geëngageerd pleitbezorger van een beter kunstenaarsstatuut.
Het Handvest is ondertussen ondertekend door 213 kunstenaars en het aantal neemt toe: een belangrijk signaal van onderuit dat niet genegeerd kan worden.
De Raad van Bestuur wil de oKo-leden erop wijzen dat sommige voorwaarden vermeld in het Handvest (bijvoorbeeld enkel loon voor publieke activiteiten of enkel als de werkgever vast personeel in dienst heeft) onder de lat van de cao gaan. Daarom wil de Raad van Bestuur een duidelijk standpunt innemen en roept iedereen die een kunstenaar engageert op om het beter te doen dan wat het Handvest vraagt. Dat betekent dat, zoals trouwens het Kunstendecreet voorschrijft, de cao ten volle en in alle omstandigheden correct toegepast wordt. De Raad van Bestuur roept de leden op om hierover helder met de kunstenaar en de buitenwereld te communiceren. Leden die de actie een hart onder de riem willen steken, kunnen het Handvest om die reden zeker ondertekenen, maar het is dus uiteraard geen vrijbrief om de cao niet ten volle toe te passen.
Ondertussen nodigt de Raad van Bestuur de oKo-leden uit om hun concrete acties inzake correcte verloning binnen maar evengoed buiten het oKo-netwerk kenbaar te maken en in samenwerking met de collega oKo-leden verder uit te rollen. Belangrijk om weten daarbij is dat de oKo-werkgroep Artiest Centraal en de oKo-focusgroep Loopbaan van de Kunstenaar op dit ogenblik aan beleidsvoorstellen ter verbetering van de positie van de kunstenaar én aan een Charter voor faire praktijken in het oKo-netwerk werken.