Coronacrisis: 15 beleidsaanbevelingen op maat van de kunstensector

De coronacrisis heeft een impact op de hele samenleving en heel wat sectoren, maar stelt de kunstensector ook voor heel specifieke problemen. Op niet al die kwesties bestaat op dit moment al een duidelijk of toepasbaar antwoord. Hieronder brengen we de huidige situatie in kaart en doen we aanbevelingen om de impact van corona op onze sector op te vangen.

Analyse

De kunstensector: getroffen, net als vele andere sectoren

De federale, Vlaamse en Brusselse regeringen hebben naar aanleiding van de coronacrisis heel wat sterk gewaardeerde maatregelen uitgewerkt die zeer nuttig zijn voor het bedrijfsleven en dus ook voor de kunstensector en de mensen die daar werken. Het gaat dan vooral en in hoofdzaak over de mensen met een arbeidsovereenkomst die daar vast in dienst zijn of al in dienst waren op het moment dat de crisis begon. Voor deze mensen en hun werkgevers zijn de algemene maatregelen zoals tijdelijke werkloosheid, hinderpremie, uitstel betaling bijdragen en dergelijke goed toepasbaar en kan er vlot op teruggevallen worden.

Specifieke moeilijkheden in de kunstensector

De kunstensector wordt gekenmerkt door een specifieke manier van werken. De huidige maatregelen bieden niet altijd een antwoord op de uitdagingen waar de kunstensector voor staat. Daardoor vallen sommige organisaties en zelfstandigen uit de boot. We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste kwesties.

Co-housing en tewerkstelling via SBK

Dat ook vzw’s in aanmerking zouden komen voor de hinderpremie is een goede zaak, maar door de voorwaarde van één premie per locatie toe te passen, sluit je heel wat gezelschappen, kunstenaars en organisaties die cohousen in de sector uit. Ook moet je als vzw minstens 1 VTE rechtstreeks in dienst hebben. Daardoor vallen organisaties die hun tewerkstelling enkel via SBK’s regelen (zoals heel wat projectgezelschappen) uit de boot. 

Flexwerkers

Het werken in de kunstensector kenmerkt zich in vele gevallen door het aaneenrijgen van korte (één dag) tot middellange opdrachten (van enkele maanden), vaak bij verschillende werkgevers. Niet alleen kunstenaars maar ook andere beroepen in de sector zoals technici, productiemedewerkers werken vaak volgens dit stramien: hierna verwijzen we naar deze beroepsgroep als ‘flexwerker’. 

Flexwerkers kunnen werken met het werknemersstatuut (met een arbeidsovereenkomst of voor artistieke prestaties op basis van artikel 1bis van de RSZ wet) of ze kunnen aan de slag als zelfstandige (in hoofd- of bijberoep). In de periodes dat er niet gewerkt wordt is voor de kunstenaar-werknemer een gunstiger regime uitgewerkt in de werkloosheid. Voor flexwerkers die opereren als zelfstandige, bestaan geen soortgelijke voordeelregels: zij vallen terug op de algemene reglementering.

We stellen vast dat de bestaande maatregelen op federaal en gewestelijk niveau met name voor de groep flexwerkers, die in het hart van onze sector werkt en waar alles eigenlijk om draait, minder evident is. 

Over volgende maatregelen bestaat onduidelijkheid:

  • Tot op vandaag is niet duidelijk of tijdelijke werkloosheid ook kan worden toegepast op contracten die werden afgesloten voor de crisis maar nog niet van start waren gegaan, en nu geannuleerd zijn als gevolg van de Coronamaatregelen. De instructies van RVA zijn duidelijk: in dat geval wordt de overeenkomst verbroken. De werknemer blijft in de kou staan en kan, enkel wanneer hij voldoende arbeidsprestaties kan aantonen of al een werkloosheidsstatuut heeft, terugvallen op een uitkering. Die is in de meeste gevallen pak lager dan de uitkering die zij zouden kunnen krijgen in het kader van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
  • De hinderpremie geldt enkel voor verenigingen die minstens 1 VTE in dienst hebben. Dus niet voor de meeste flexwerkers of projectgezelschappen. Wanneer gezelschappen of zelfstandigen een locatie delen, kan er maar 1 van hen deze premie aanvragen.
  • Het overbruggingsrecht voor zelfstandigen geldt enkel voor zelfstandigen in hoofdberoep of zelfstandigen in bijberoep die sociale bijdragen betalen op het niveau van de hoofdberoepers. 
  • De tussenkomst voor energiefacturen lijkt ook enkel te gelden voor wie tijdelijk werkloos is.
  • Hoewel er een algemeen verbod geldt voor culturele activiteit, lopen de referteperiodes  specifiek met betrekking tot het kunstenaarsstatuut in de werkloosheid gewoon door. Het zou aangewezen zijn als dat niet zo was. Het gaat dan om volgende referteperiodes: het bewijzen van de Neutralisatie-regel (artikel KB 116§5), de passende dienstbetrekking (MB 31),  toelaatbaarheid (KB 30)…
  • Er is onduidelijkheid over de steun voor buitenlandse artiesten zonder verblijfsadres in België die prestaties leveren in België.

Kunstenaars en bij uitbreiding de meeste flexwerkers, zijn dus twee keer de pineut. Enerzijds vallen ze buiten de toepassing van de uitgewerkte algemene overheidsmaatregelen. Anderzijds riskeren ze door deze crisis nog moeilijker te kunnen genieten van de voordeelregels in de werkloosheid. Dat is in essentie een systeem dat flexwerkers moet helpen te overleven in de periodes tussen artistieke opdrachten. Het zijn de vergoedingen voor die opdrachten in combinatie met de uitkering die hen in staat stellen het hoofd boven water te houden. Tegelijk is hun situatie wel die van tijdelijke werkloze of zelfstandige die door deze crisis evenzeer zonder werk vallen.

OKo zelf roept zijn leden, de hele kunstensector en de sectoren waar we veel mee samenwerken ondertussen (culturele centra, onderwijs, allerhande opdrachtgevers) op tot fair practice met specifieke aandacht voor deze doelgroep.

Financiering

De kunstensector kent een specifiek financieringsmodel en hangt van verschillende inkomstenbronnen af. Bepaalde maatregelen die het de kunstensector moeten toelaten om gemakkelijker financiering te vinden, staan door corona onder druk. Zo moet er binnen de taxshelter soepel mee omgegaan kunnen worden dat premières en premièrereeksen ver in de tijd vooruit zullen schuiven en dat personeelsleden in tijdelijke werkloosheid gaan.

Decretaal kader

Organisaties die subsidies krijgen binnen het Kunstendecreet kunnen door de coronacrisis moeilijk aan een aantal decretale verplichtingen voldoen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de toepassing van de comply or explain-regel bij het percentage eigen inkomsten en de deadlines voor aanvragen, projectafrekeningen en werkingsverslagen. 

Langetermijnimpact

De impact van corona is op korte termijn sterk voelbaar, maar zal in deze sector nog heel lang nazinderen eens de crisis achter de rug is. De kunstensector is evenementieel, procesgericht, internationaal en werkt met een specifieke financieringsstructuur en manieren van tewerkstelling. 

Corona zal - naar alle waarschijnlijkheid - de manier waarop de maatschappij functioneert veranderen. Het is nog gissen hoe de kunstensector zich hiermee zal verhouden. We identificeren nu al drie grote werven die ongetwijfeld geïmpacteerd zijn, als is het nog te vroeg om in te schatten hoe die impact zich concreet zal laten voelen.

Internationalisering

De kunstensector is inherent internationaal georiënteerd. Ontwikkelingstrajecten van kunstenaars stoppen niet aan de landsgrenzen, producties werken met partners en kunstenaars  uit binnen- en buitenland, kunstencentra presenteren werk van lokale én internationale spelers op hun podia en tentoonstellingszalen.
Hoe ‘vrij’ kunnen we in de toekomst nog reizen? Hoe zal de kunstensector in de ons omringende landen zich organiseren? Wat met belangrijke internationale spelers? Kunnen we op dezelfde manier werken en netwerken?

Evenementieel

Grote delen van de kunstensector zijn gericht op het presenteren van artistiek werk aan publiek. Zullen mensen zich op (middel)lange termijn nog comfortabel voelen in grote groepen, in zalen en op festivallocaties?

Digitalisering

De kunstensector heeft op de coronacrisis gereageerd met een hartverwarmende gulheid. Voorstellingen worden digitaal beschikbaar, concerten worden gestreamd, etc. De hele sector heeft, net als andere geledingen van de maatschappij, erg snel geschakeld en er is een digitaliseringsgolf over ons heen gerold.
Maar hoe gaat die digitalisering zich in de toekomst vertalen? Is er een verdienmodel te bedenken op dit creatie- en distributiemodel? Lokt de huidige manier van werken net nieuw publiek naar toekomstige live-evenementen? 

Standpunt

Kunstensector & andere sectoren: zo veel mogelijk op één lijn

OKo pleit ervoor dat de bestaande maatregelen en  overheidsinstructies maximaal van toepassing zijn op de kunstensector, zowel voor vaste medewerkers als flexwerkers (zelfstandigen en korte arbeidsovereenkomsten), en zowel voor grote als kleine organisaties. Het gaat dan onder meer over volgende maatregelen:

  • Het afbetalingsplan;
  • De vrijstelling van nalatigheidsinteresten en/of de kwijtschelding van boetes;
  • De crisiswaarborgen voor overbruggingskredieten;
  • De hinderpremie.

Aanbeveling 1 – federaal en gewestelijk | Maak algemene maatregelen zo veel mogelijk toepasbaar voor de kunstensector.
Aanbeveling 2 – federaal | Voorzie duidelijke en tijdige instructies over een mogelijke verlenging van de sperperiode.

Specifieke maatregelen voor de kunstensector

OKo pleit er allereerst voor dat getroffen spelers uit de kunstensector in eerste instantie een herstelplan maken, waarin ze beroep doen op bovenstaande maatregelen, gecombineerd met reguliere instrumenten (subsidies en eigen inkomsten) en de beschikbare veerkracht van de organisatie/het individu. Als uit het herstelplan blijkt dat de maatregelen en instrumenten onvoldoende de continuïteit van de werking garanderen, dan zou een corona-rampenfonds voor de kunstensector moeten kunnen ingeschakeld worden. 

Alle spelers uit de kunstensector zouden daar op een laagdrempelige manier een dossier moeten kunnen indienen om het verlies of op zijn minst een deel ervan op te vangen. Dit fonds zou snel, soepel en op korte termijn in werking moeten kunnen treden, op basis van een  laagdrempelige, eenvoudige systematiek, die tegelijk de nodige grondige controle mogelijk maakt. Een taskforce met experten uit de sector kan aangesteld worden om de rationale en werkwijze van het fonds uit te werken. 

Aanbeveling 3 | Richt een specifiek corona-rampenfonds voor de kunstensector op waar organisaties en flexwerkers een tussenkomst kunnen aanvragen die in de lijn ligt van de tussenkomsten voor andere ondernemingen, werknemers en zelfstandigen.

Co-housing en tewerkstelling via SBK’s

Aanbeveling 4 - Gewest | We pleiten ervoor dat ook wie een locatie deelt, dat wie helemaal geen vestiging heeft of dat dat de vzw die de tewerkstelling regelt via SBK’s in aanmerking komt voor de hinderpremie. De toepassing van de hinderpremie in Brussel moet uitgebreid worden tot de culturele sector en niet beperkt worden tot de recreatieve sector.

Flexwerkers

We begrijpen dat de algemene maatregelen moeilijk kunnen worden afgestemd op één beroepsgroep. Toch moet er dringend gezocht worden naar manieren om de precaire beroepsgroep van kunstenaars en bij uitbreiding flexwerkers in de kunstensector te ondersteunen tijdens (en na) deze crisis. Alle pistes om hier snel werk van te maken liggen open. Wij lanceren hier alvast enkele ideeën waarover we graag snel verder van gedachten willen wisselen zodat we snel een duidelijk, helder en makkelijk toepasbaar kader hebben:

Aanbeveling 5 | Werk een specifieke doelgroepreglementering uit die de algemene maatregelen van de federale overheid, de Vlaamse overheid en de Brusselse overheid afstemt op de specifieke praktijk van de flexwerkers in de kunstensector (PC 304, 329, 227 en 303):

  • Pas de werkloosheidsreglementering voor cultuurwerkers tijdelijk aan en garandeer hen een uitkering die minstens op het niveau komt van de uitkering tijdelijke werkloosheid.
  • Laat werkgevers toe om werknemers die terugvallen op een gewone – lagere- uitkering dan tijdelijke werkloosheid omdat tijdelijke werkloosheid niet aanvaard wordt om een surplus te betalen bovenop die uitkering zodat deze flexwerkers toch een compensatie krijgen voor het loonverlies dat ze lijden ten gevolge van de verbreking. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor bij kunstenaars waar al een contract was, maar nog geen uitvoering.
  • Zorg ervoor dat het overbruggingsrecht ook geldt voor zelfstandigen in bijberoep, zelfs als ze niet dezelfde bijdragen betalen als een hoofdberoeper, een situatie waar heel wat kunstenaars zich in bevinden.
  • Breid de tussenkomst voor energiefacturen voor werkloze flexwerkers uit, ongeacht of ze zelfstandige of werknemer zijn. Doe dit eventueel enkel op aanvraag.
  • Schors de referteperiodes in de werkloosheid. 

Financiering

Specifieke financieringsmechanismen voor de kunstensector moeten met de nodige soepelheid toegepast kunnen worden.

Aanbeveling 6 – federaal | Pas de taxshelterregeling voor podiumkunsten aan: verleng niet alleen de termijn waarbinnen de uitgaven moeten worden gedaan tot minimaal 30 maand (zoals ondertussen is toegekend), maar geef ook de toestemming om de premièredatum uit te stellen.

Aanbeveling 7 – federaal | We pleiten er samen met De Federatie voor dat alle gesubsidieerde organisaties automatisch tijdelijke erkenning belastingvrije giften kunnen ontvangen. 

Aanbeveling 8 – federaal | Onderzoek een mogelijke versoepeling van de regels voor andere vormen van aanvullende financiering, om organisaties de kans te geven efficiënter met de bestaande instrumenten om te gaan.

Decretaal kader

Aanbeveling 9 – Vlaams | Breng soepelheid en begrip op bij de controle op de naleving van de subsidievoorwaarden van de fondsen en de decretale voorwaarden, zowel in het Kunstendecreet als in de andere cultuur-decreten. Dat geldt voor onder meer het percentage eigen inkomsten bij werkingssubsidies en de deadlines voor aanvragen, projectafrekeningen en werkingsverslagen.

Aanbeveling 10 – Vlaams | Geef snel helderheid over de projectsubsidies, over de werkingssubsidies 2021 en 2022 en de indexering ervan, zeker bij een eventuele verlenging van de huidige subsidieperiode. 

Aanbeveling 11 – Vlaams | Vereenvoudig het toezicht zodat de saldi 2019 sneller uitbetaald worden. 

Aanbeveling 12 – Vlaams | Geef gratis eerste- en tweedelijns-advies aan cultuurwerkers uit de kunstensector.

Aanbeveling 13 – lokaal | We pleiten ervoor dat steden en gemeenten de principes van faire praktijken toepassen en daarbij de zwakste partijen in de kunstensector beschermen wanneer voorstellingen, concerten, tentoonstellingen of andere evenementen worden geannuleerd in deze periode van langdurige overmacht. Dat kunnen ze vooral doen door de cultuur- en gemeenschapscentra te stimuleren om een voorbeeldrol te spelen bij de toepassing van een annulatievergoeding.

Langetermijnimpact

Het is op dit moment moeilijk voorstellen uit te werken voor de lange termijn, aangezien de impact op dit moment nog onduidelijk is. Toch willen we alvast wijzen op het volgende:

Aanbeveling 14 – Europees | Pas, zodra de economie zich herpakt, artikel 17 van de dubbelbelastingverdragen niet toe om touring te stimuleren en het risico op dubbele belasting te vermijden.

Aanbeveling 15 – Vlaams | Onderzoek de economische gevolgen op onze sector op lange termijn.

Beeld: ExtraCity - Vedran Kopljar, Evelin Brosi & Elvis Bonier in ‘De keuze van Guillaume Bijl © Ode de Kort

Zie ook: